26 maart 2006

Wijzigingen en verbouwingen



Al tijdens de bouw van het fort werden wijzigingen doorgevoerd in het ontwerp van het fort. Dit blijkt onder andere uit het eerder genoemde verweer van de aannemer. Maar ook na het opleveren van het fort was men nog niet tevreden. Mede naar aanleiding van nieuwe technische ontwikkelingen en ervaringen werd al kort na 1871 besloten het fort beter verdedigbaar te maken door het uit te breiden met twee pantserbatterijen (de beide flankbatterijen) en door de rivierbatterij te versterken. Deze uitbreiding werd waarschijnlijk uitgevoerd tussen 1885 en 1890, maar in sommige documenten wordt een andere datum genoemd. Op de foto het uitzicht vanuit één van deze batterijen. Het is goed te zien dat de omgeving makkelijk bestreken kon worden vanuit deze posities. Zelfs anno 2006 is er nauwelijks dekking te vinden... Deze verbouwing was de meest ingrijpende, al snel zou het fort te sterk verouderd zijn en zou men bovendien besluiten om de verdedigingslinie waartoe het fort behoorde een lagere prioriteit te geven. In 1926 werd het fort uiteindelijk definitief niet langer van belang geacht. In de Eerste Wereldoorlog was inmiddels al gebleken dat forten van een dergelijke constructie niet bestand waren tegen zware beschietingen. Fort Pannerden werd vervolgens uitsluitend nog als steunpunt voor de infanterie gebruikt. In de periode voor mei 1940 werd dan ook besloten het fort slechts beperkt te versterken, door middel van 7 nieuwe kazematten te bouwen, rondom het fort.

Uit nader onderzoek moet nog blijken wanneer het fort is verbouwd. Aan het interieur is op diverse plaatsen duidelijk te zien dat bepaalde ruimtes in de loop der tijd zijn veranderd. Maar wanneer precies? Tussen 1869 en 1871, zoals de aannemer klaagt? Tijdens de grote verbouwing enkele jaren daarna? Of wellicht nog later?

Het lijkt inmiddels echter wel zeker dat één van mijn vragen in elk geval deels beantwoord is. Op 13 april 2005 schreef ik over de buitenring, dat deze duidelijk zichtbaar veranderd is. Waarschijnlijk betreft het hier in onbruik geraakte schietgaten voor mortieren. De schuine afrondingen aan de bovenkant zouden het mogelijk hebben gemaakt om mortiergranaten af te schieten op het omliggende terrein, vanuit de relatief veilige positie van de buitenring. Deze buitenring is immers lager gelegen dan het hoogste punt van het terrein aan de overkant van de gracht en was daarom moeilijk onder vuur te nemen bij een aanval.

1 Comments:

Anonymous Anoniem said...

Ik heb wellicht meer authetieke informatie van rond 1911 die belangrijk kan zijn voor je onderzoek.

Neem even contact op:
gerico.devries(apestaartje)hetnet.nl

1/5/06 12:07  

Een reactie posten

<< Home